In het weekend van vrijdag 28, zaterdag 29 en zondag 30 januari vind de Nationale Tuinvogeltelling plaats. Tuinvogelconsulent Arie uit Krimpen aan den IJssel roept namens Vogelbescherming Nederland iedereen op mee te doen.
De Nationale Tuinvogeltelling wordt ieder jaar georganiseerd door Vogelbescherming Nederland in samenwerking met Sovon. Jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, allemaal tegelijk in één weekend. Samen zorgt het voor een grote ‘snapshot’ van hoeveel vogels er in tuinen zitten.
Meedoen Tuinvogeltelling
Veel vogels zingen volop, dus zet je raam open en geef ook door welke vogels er in jouw tuin zitten!
Meedoen met de Nationale Tuinvogeltelling is simpel: een half uurtje lang hou je bij welke vogels in je tuin zitten. Deze kun je vervolgens doorgeven via de Tuinvogeltelling-site of de gratis app Tuinvogels. Of via de Jaarrond Tuintelling, waar je het gehele jaar door soorten kunt doorgeven.
Waarde van de telling
De tuinvogeltelling is een grootschalige jaarlijkse momentopname. Een dergelijke snapshot heeft beperkte wetenschappelijke waarde. Om een goed beeld te krijgen van de totale aantallen vogels in geheel Nederland en en de veranderingen, zijn namelijk meer tellingen nodig, verspreid over heel Nederland en gedurende het hele jaar. Deze gegevens verzamelen we met andere telprojecten, zoals MUS (Meetnet Urbane Soorten) en de Jaarrond Tuintelling.
Maar wat is dan de waarde van de Nationale Tuinvogeltelling? Allereerst is het een geweldige manier om het tellen van vogels onder de aandacht te brengen bij een breed publiek. Daarnaast geeft het wel een grof beeld van de verspreiding van soorten over Nederland en verschillen tussen regio’s. Ook zijn er enkele vergelijkingen te maken met hulp van de aanvullende vragen die deelnemers kunnen invullen, zoals het effect van bijvoeren of de inrichting van je tuin op het aantal vogels dat gebruik maakt van de tuin.
Uiteraard zit er behoorlijk veel ‘ruis’ in de tellingen maar door het grote aantal tellingen kunnen duidelijke verschillen wel degelijk worden waargenomen.
Verwachte resultaten
De Huismus staat al sinds 2003 (de eerste Nationale Tuinvogeltelling) op nummer 1. Huismussen zie je nooit alleen. Het zijn groepsdieren. Vandaar dat de Huismus – ondanks de jarenlange afname – op nummer 1 staat.
Maar wat doet de Merel? Voorheen werd er bijna in elke tuin wel een Merel geteld. Dit jaar ook? De Merel lijkt namelijk een klap te hebben opgelopen door het Usutu-virus. Gaan we dat dit jaar ook terugzien in de tuinen?
Nultellingen
Uiteraard zijn ook nultellingen van belang. Dus ook als je geen soorten ziet in het half uurtje dat je telt, is het waardevol om je telling op te slaan.